Hoe doet onze lieve chineef dat toch? Ik ben nu in Beijing, en ik krijg met de seconde meer achting voor Gerard. Als een hedendaagse Marco Polo naar den vreemde reizen en daar dan maar even gaan wonen. Wow! Het koste me drie taxichaufeurs en bemiddeling door een Engels sprekende luchthavenbeambte om de locatie van mijn hotel duidelijk te maken. Gelukkig stond de naam (maar niet het adres) ervan in Engels en Chinees op een bevestigingsfax, want mijn handgeschreven aantekeningen over het adres konden ze niet lezen, zelfs de postcode niet. Behalve een taxichauffeur die mij terwijl ik al aan het instappen was bij iemand anders bijna de auto uitsleurde en me naar zijn taxistandplaats veel verderop wilde meenemen onder luid geroep van I know I know where! Misschien was het bona fide, maar in mijn carriere als wereldreiziger ben ik toch meermalen in reisgidsen gewaarschuwd voor pushy en onbetrouwbare onofficiele taxibedrijven op vliegvelden, dus antwoordde ik maar in de universele taal van nee schudden en no! no! zeggen. Hij droop af, zichtbaar teleurgesteld dat hij mij, die reuzin niet naar zijn auto had kunnen lokken. En hij had nog wel een gelamineerd visitekaartje met de naam van zijn bedrijf erop.
Mijn gmail doet het gewoon (tegen alle verwachting in) en kijk, met enig tweaken lukt het me ook om mijn blog bij te werken over de Great Firewal heen. Voor de thuisblijvers, want als dit geen vermelding waard is dan weet ik het niet meer. Tot nu toe ben ik al een keer flink verdwaald toen ik op zoek wilde gaan naar de congreslocatie, een halve mijl (ja met 800m kan zelfs ik het niet laten om imperial te denken) van het hotel vandaan, maar voor ik het wist zat ik echt middenin dagdagelijks Beijing, met was hangend tussen de bomen, kleine meisjes met bizarre hoofdtooien en straatvenders met potten en pannen. Ik heb ook de perziken zo groot als meloenen gespot. Toepasselijk want gedurende mijn vlucht speelde James and the Giant Peach en heb ik naar een voorgelezen biografie van Roald Dahl geluisterd. Dit had ik natuurlijk moeten vastleggen op de gevoelige plaat maar daar was ik nog een beetje te bleu voor, als verreweg de enige niet chinees in de omtrek.
Naast het Roald Dahl vermaak (had ik al gezegd dat er ook nog een documentaire over zijn familieleden te zien was in het vliegtuig?) waren er ook mijn medereizigers die mijn aandacht trokken. Met name de man aan de overkant van het pad, die zodra we opstegen zich van schoenen en sokken ontdeed en gedachteloos stukken droog vel van zijn voet begon te plukken - en die dan nonchalant op het gangpad deponeerde. Dit alles terwijl hij een chinees boek las. Ieuw!
Enfin, toen mijn zoektocht naar het congres me onverrichterzake weer naar het hotel had geleid was er gelukkig een andere congresganger die op het punt stond om vanaf mijn hotel te vertrekken naar de campus zo aardig om mij in zijn taxi mee te nemen (weer twee geprobeerd voordat de chauffeur wist waarheen we moesten... of wellicht wilde hij ons dat kipeeindje niet meenemen, terecht natuurlijk, maar mijn reddende engel 'had het heet en wilde niet meer op en neer lopen, ook al wist hij de weg'), en hier ben ik dan, op de Beijing Foreign Studies University in de koffiehoek druk mijn programma aan het bestuderen en aan het acclimatiseren. Ik ken niemand echt, het voelt wel veilig hier zo in mijn hoekje, maar ik wil mijn tijd in Beijing toch ook niet helemaal verdoen met veilig in hoekjes zitten, dus zometeen ga ik maar eens op pad. wordt vervolgd!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten